
Heksenwaan in Brabant en Limburg
De lokale littekens van een Europese obsessie
In mijn vorige blogs stonden de Europese context van de heksenjacht en de achterliggende oorzaken centraal: angst, controle, religieuze spanningen, en de rol van sociaal isolement. Maar hoe uitte deze collectieve waanzin zich dichter bij huis? Wat gebeurde er in Brabant en Limburg, op de dorpspleinen, in de bossen, en in de kerkers van onze eigen regio?
De lokale logica van de waanzin
Waar in Europa grootschalige processen duizenden slachtoffers eisten, bleef het aantal in de Nederlanden relatief beperkt — maar niet minder schrijnend. In Brabant en Limburg werden vrouwen én mannen beschuldigd, vaak naar aanleiding van dorpsgeruchten, persoonlijke vetes of sociale uitsluiting. Alleenstaande vrouwen, vroedvrouwen, kruidenvrouwen, maar ook kinderen en ambachtslieden kwamen in het vizier van justitie.
De vervolging verliep volgens een huiveringwekkend voorspelbaar stramien: beschuldiging, verhoor, marteling, en bekentenis — vaak gevolgd door de doodstraf. Rechtspraak en religie werkten nauw samen in een schijnheilig verbond.
De helse handleiding: Malleus Maleficarum
Een niet te onderschatten bron van invloed in deze periode was het boek Malleus Maleficarum – ook wel bekend als De Heksenhamer. Dit beruchte werk, geschreven door de Dominicaanse inquisiteur Heinrich Kramer in 1487, bood een soort ‘handleiding’ voor het opsporen, ondervragen en berechten van heksen. Het was seksistisch, sadistisch en gebaseerd op bijgeloof, maar werd eeuwenlang gebruikt als gezaghebbend werk. Vooral in katholieke regio’s zoals Limburg had dit boek een diepgaande impact.
In De Heksenhamer werd gesteld dat vrouwen van nature geneigd waren tot hekserij — zwakker van geest, gevoeliger voor verleiding, en dus vatbaar voor een pact met de duivel. Het boek gaf zelfs voorbeelden van hoe heksen kinderen offerden, stormen veroorzaakten en zich ’s nachts naar de heksensabbat vervoerden. In tijden van onzekerheid en religieuze ijver vonden bestuurders en geestelijken hierin rechtvaardiging voor hun handelen. Ook Roermond hanteerde het Malleus Maleficarum of de heksenhamer, welkesamen met enkele andere documenten uit deze periode bewaard zijn gebleven.
Plaatsen van vervolging: lokale echo’s van angst
In Brabant en Limburg was de aanpak vaak kleinschaliger dan in de grote Duitse processen, maar niet minder schrijnend. De justitiële macht lag deels bij lokale baljuws, schouten en kerkelijke rechtbanken.
Na eerdere beschouwingen over de Europese heksenvervolgingen en hun diepere oorzaken, stellen we de lens nu scherper in op onze eigen bodem. Want ook hier, in Brabant en Limburg, brandden vuren die geen licht brachten, maar angst verspreidden. In dorpen als Eindhoven, ’s-Hertogenbosch, Valkenswaard en Helmond zijn heksenprocessen gedocumenteerd. In Limburg zijn beschuldigingen bekend uit onder meer Valkenburg, Heerlen en Eijsden. Vaak bleef het bij één of enkele slachtoffers — maar dat maakt het niet minder dramatisch. Elk proces bracht wantrouwen, angst en trauma in een gemeenschap.
De procedures verschilden per plaats, maar de rode draad was: een aanklacht uit het dorp, gevolgd door verhoor — vaak met marteling — en dan een vonnis.
De overgrote meerderheid van de slachtoffers waren ook hier vrouwen. Vaak alleenstaand, weduwe, arm of bekend om hun kennis van kruiden en genezing. Het sociale weefsel van een dorp kon meedogenloos zijn: wie afweek, viel op. Wie opviel, werd verdacht.
Er zijn meldingen van vrouwen die, na jarenlange eervolle dienstbaarheid als vroedvrouw of kruidenvrouw, ineens beschuldigd werden van het veroorzaken van ziekten of stormen. Geruchten verspreidden zich snel, en eenmaal beschuldigd was het bijna onmogelijk jezelf te verdedigen. Mogelijk kwamen die beschuldiging mede van de mannelijke artsen, die de vroedvrouwen een bedreiging voor hun opkomende praktijken vonden. Of ouders; ongelukkige moeders die hun zwangerschap niet uitdroegen, een verstild kindje baarden of waarvan kort na de geboorte de wiegedood stierf. niemand stond immers zo dicht bij leven en dood als een vroedvrouw.
De grootste heksenverbranding op Nederlands grondgebied vond plaats in Roermond in 1613. Maar liefst 64 mensen werden daar terechtgesteld, bijna allemaal op één dag. Het aantal slachtoffers was zo groot dat het internationale aandacht trok.
Roermond, 1613 – Het vagevuur op aarde, een systeem gevoed door geruchten en macht.
Het dieptepunt van de heksenwaan in de Nederlanden voltrok zich in Roermond, waar mensen — vrouwen, mannen én kinderen — werden geëxecuteerd wegens hekserij. De stad was een belangrijk religieus centrum, waar het bisdom Roermond stevig geworteld was en de contrareformatie sterk voelbaar.
Het stadsbestuur bestond uit lokale machthebbers die in samenspraak met geestelijke autoriteiten optraden. De Mannelijke arts en de kerk hadden niet alleen een adviserende rol, maar waren actief betrokken bij verhoren en interpretatie van vermeende “duivelse tekenen”. De angst voor ketterij en tovenarij ging hand in hand — en Roermond wilde zich profileren als zuiver katholiek bolwerk. Deze massale executie markeert het gruwelijke hoogtepunt van de heksenwaan in onze contreien. Dit los van het feit dat alle bezittingen van de veroordeelden in beslag genomen werden en ten goede aan de stad en het stadsbestuur.
De martelpraktijken
De verhoren waren gruwelijk. Marteling werd gezien als geoorloofd middel om de waarheid aan het licht te brengen. Bekentenissen werden afgedwongen met:
- Spanbanken, waarop het lichaam werd uitgerekt tot pezen scheurden.
- Duimschroeven en beenschroeven die botten kraakten.
- Slaapontzegging, waarbij verdachten nachtenlang werden wakker gehouden.
- Waterproeven, waarbij wie bleef drijven als schuldig werd gezien.
Elke “bekentenis” leidde tot nieuwe namen, nieuwe verdenkingen, en uiteindelijk: meer slachtoffers.
De stad, toen onderdeel van het katholieke hertogdom Gelre, was in de greep van angst voor tovenarij, mede aangewakkerd door politieke spanningen en kerkelijke controle.
Van gerechtigheid naar genocide
In Roermond versmolt angst met dogma tot een collectieve razernij. Bijv. bij. de poel-proef, waarbij vermeende heksen met aan hun lichaam gebonden gewichten in de poel gegooid werden. En als ze dan al hun krachten hadden gegeven om -zoals de opdracht verluide- de overkant te bereiken, door het Joelende en jouwende volk weer werden teruggeworpen tot de uitputting of de verdrinkingsdood alsnog een einde aan hun leven maakte. Ook de vlammen op het Galgenveld brachten geen loutering, maar vernieling. De geestelijke en wereldlijke autoriteiten lieten notuleren dat de stad ‘gezuiverd’ was — alsof de dood van 64 mensen een overwinning betekende.
Na Roermond nam het aantal processen af, mede door kritiek van juristen en veranderende opvattingen in de samenleving. Maar het litteken bleef.
Tot op de dag van vandaag is de precieze locatie van deze massale executie onbekend, maar de herinnering leeft voort in archieven, geschiedenissen — en hopelijk ook in het collectieve bewustzijn.
Een erfenis om niet te vergeten
Wat leren we van dit verleden? Dat angst en machtswellust, verpakt in religie of wet, tot het onmenselijke kunnen leiden. Maar ook dat het belangrijk is deze verhalen te blijven vertellen — om de naamlozen een stem te geven, de verbrande herinnering een plek.
Als wijze vrouwen van nu dragen we die erfenis mee. Niet als last, maar als opdracht. Want waar ooit vrouwen werden vervolgd om hun kennis van leven en dood, hun verbondenheid met natuur en cyclus, daar herontdekken wij nu de kracht van het vrouwelijke — helend, verbindend, waarachtig.
heksenwaan in deze stad.
Link naar Musical
In rook geschreven
Ruim zeventig stemmen, verstild in de wind,
fluisteren zacht waar het duister begint.
Niet heksen, maar vrouwen met kennis en kracht,
verdronken in vrees, verbrand in de nacht.
Geen namen op stenen, geen plek om te staan,
maar wij dragen hun wezen, we laten het gaan.
In kruiden, in maanlicht, in waarheid en lied —
zij leven in alles wat durft en wat ziet.
Dus dansen wij verder, met aarde en vuur,
met stem in ons hart en magie in het uur.
Niet langer gebroken, maar heilig geheeld —
hun as is het zaad dat opnieuw wordt gedeeld.
“Zij werden verbrand om wie ze waren.
Wij leven in hun naam — vrij, verbonden, en krachtig in onze eigenheid.
Laat hun herinnering ons aanmoedigen te schitteren in wie we werkelijk zijn.”
Als je zover gekomen bent, was je ergens geprikkeld en heb je mogelijk zelfs ook alles gelezen. waarvoor onze dank. Hieronder nog een klein stukje over onze/mijn persoonlijke missie:
Waarom deze blog?
Ten eerste is deze blog dus geschreven omdat de term "Heks" mag worden genormaliseerd. Het doel is dat deze naam de schoonheid en kracht die ermee geassocieerd zijn, zal weerspiegelen. Deze naam verdient het om erkend te worden door iedereen die zich bezighoudt met spiritualiteit, en vooral door degenen die zichzelf als een heks beschouwen. Daarnaast is het van belang om te benadrukken dat alle religies en spirituele groeperingen gelijkwaardig zijn, ieder met hun eigen visie, maar allen deel uitmakend van dezelfde kosmos en energie. Niemand zou zich beperkt moeten voelen om de visie van de traditionele of natuurlijke hekserij te delen.
Ten tweede is het onder de aandacht brengen van historische massamoorden die voortkwamen uit machtsmisbruik, religie en volkswaanzin. Het is cruciaal dat deze tragedies worden gehoord en niet worden vergeten. Mijn grootmoeder, moeder en ikzelf hebben geleefd en onze verhalen verdienen het om verteld te worden.
En de laatste, niet onbelangrijke, reden is dat ik als persoon mijn waardering wil uitspreken voor mijn moeder en grootmoeder, twee vrouwen die een sterke positieve invloed hebben gehad op mijn leven en denken. Te kort heb ik van ze mogen genieten, te vroeg moest ik gedwongen op eigen benen staan en vertrouwen leren krijgen in al datgene dat ze mij hadden meegegeven. Een harde leerschool die ik met vallen en opstaan, en op dat moment op mijn beste manier, vorm gegeven heb. Om te zijn wie ik nu ben en te vinden wie ik altijd bezig ben te worden; de beste ik!
Reactie plaatsen
Reacties