Over vrouwelijke macht, hiërarchie en wie wij toestaan om te spreken
Druïde en heks
Vooraf:
Deze blog is een cultuurhistorische synthese, wat betekent dat meerdere wetenschappelijke inzichten zijn samengebracht om een breder historisch patroon zichtbaar te maken. Niet elke conclusie is letterlijk in één bron terug te vinden, maar is gebaseerd op vergelijkend historisch onderzoek. De bronnen zelf zulen na deel twee geplaatst worden.
Wanneer iemand zich vandaag de dag druïde noemt, roept dat zelden weerstand op. Het woord klinkt wijs, oud en verheven. We denken aan natuurkennis, filosofie, poëzie en een rustige verbondenheid met land en seizoenen. De druïde verschijnt in ons collectieve beeld als een gerespecteerde hoeder van kennis, iemand met legitimiteit en status.
Het woord heks daarentegen draagt een heel andere lading. Angst, achterdocht en duisternis klinken erin door. Eeuwen van demonisering, vervolging en karikatuur hebben diepe sporen nagelaten. Zelfs nu nog voelen veel mensen aarzeling bij dat woord, terwijl het inhoudelijk vaak dezelfde domeinen raakt: natuur, zorg, ritme, heling en betekenis.
Dat verschil zegt weinig over wat deze mensen deden, maar alles over hoe samenlevingen omgaan met macht en hiërarchie.
In de pre-Romeinse wereld, met name in Keltische samenlevingen, waren druïden en druidinnen onderdeel van een erkende kennisklasse. Zij droegen verantwoordelijkheid voor ritueel, recht, tijd, herinnering en overgang. Mannen én vrouwen vervulden deze rollen. Hun gezag werd niet bevraagd, omdat het ingebed was in een wereldbeeld waarin natuur, gemeenschap en kosmos één samenhangend geheel vormden.Maar wereldbeelden verschuiven. En wanneer dat gebeurt, verschuift ook wat als legitieme macht wordt gezien.
Met de komst van de Romeinen veranderde het fundament van Europa ingrijpend. Lokale gebruiken maakten plaats voor geschreven wet, plaatsgebonden heiligheid voor staatsreligie, mondeling overgedragen kennis voor gecentraliseerde controle. Macht werd hiërarchisch, juridisch vastgelegd en vrijwel exclusief mannelijk. Wat niet binnen deze orde paste, werd niet langer erkend — en vrouwelijke, relationele en belichaamde vormen van macht pasten daar zelden in.
Dat betekent niet dat er geen invloedrijke Romeinse vrouwen waren. Die waren er wel. Keizerinnen, moeders van machthebbers, culturele spilfiguren. Maar hun invloed was altijd indirect, relationeel en uitzonderlijk. Romeinse vrouwen hadden geen politieke stem, geen publieke ambten en geen formele religieuze autoriteit. Hun macht bestond uitsluitend via hun verbondenheid aan mannen.
Wanneer vrouwen in Rome zichtbaar macht uitoefenden, gebeurde dat ondanks het systeem, niet dankzij het systeem. En de reactie daarop is veelzeggend: Romeinse schrijvers beschreven zulke vrouwen steevast als manipulatief, moreel verdacht of onnatuurlijk. Ambitie bij mannen gold als deugd; ambitie bij vrouwen als gevaar.
De enige officieel erkende vrouwelijke machtspositie binnen Rome was die van de Vestaalse Maagden. Zij genoten uitzonderlijke rechten, maar hun autonomie was strikt gekoppeld aan seksuele onthouding en volledige toewijding aan de staat. Hun macht werd toegestaan omdat hun vrouwelijkheid werd geneutraliseerd. Rome had dus geen probleem met individuele vrouwen, maar wel met vrouwelijke autonomie als principe.
Deze Romeinse houding werd niet opgeheven met de komst van het christendom, sterker nog: Zij werd verdiept en verinnerlijkt.
Binnen het katholicisme bleven vrouwen weliswaar aanwezig, en soms zelfs invloedrijk, maar altijd binnen strak afgebakende kaders. Functies als moeder overste, abdis of priorin boden bestuurlijk gezag, maar geen sacramentele of leerstellige macht. Vrouwen konden geen mis opdragen, geen absolutie geven, geen kerkelijk leergezag dragen. Hun gezag was functioneel, nooit fundamenteel.
Zelfs wanneer vrouwen een spirituele stem kregen, mocht die stem niet van henzelf zijn. Dat zien we scherp in figuren als Maria, Hildegard van Bingen, Jeanne d’Arc en de heilige Brigid.
- Maria werd het ideaalbeeld van toelaatbare vrouwelijkheid: maagd, moeder, gehoorzaam, zwijgend. Haar heiligheid lag niet in handelen, maar in overgave. Zij verving oudere vrouwelijke goddelijke figuren, maar ontnam hun autonomie. Vrouwelijkheid mocht heilig zijn, zolang zij niet zelf sprak of besliste.
- Hildegard van Bingen mocht uitzonderlijk ver gaan in kennis, visioenen, muziek en kosmologie, maar alleen omdat zij haar wijsheid consequent presenteerde als ontvangen, niet als eigen. Zij sprak niet als vrouw, maar als instrument van God. Haar gezag was toegestaan zolang zij zichzelf klein hield.
- Jeanne d’Arc laat zien waar de grens lag. Zij voldeed aanvankelijk aan alle voorwaarden: kuis, gehoorzaam, religieus toegewijd. Maar zij handelde. Zij leidde, besliste en werd gehoorzaamd. Daarmee overschreed zij de onzichtbare lijn. Niet haar visioenen waren het probleem, maar haar autoriteit. De beschuldigingen tegen haar ~ongehoorzaamheid, kleding, stemmen ~ echoën later rechtstreeks in de heksenprocessen.
- De heilige Brigid vormt misschien wel de meest subtiele overgang. Zij is de christelijke voortzetting van de Keltische godin Brigid. Haar domeinen bleven: vuur, bron, genezing, poëzie, zorg. Maar haar soevereiniteit veranderde. De godin werd een heilige; autonome vrouwelijke kracht werd dienstbare heiligheid. Haar aanwezigheid toont hoe oudere vrouwelijke macht niet werd vernietigd, maar herverpakt en ingekapseld.
Wat al deze figuren laten zien, is dat vrouwelijke macht binnen het christendom alleen kon bestaan wanneer zij:
~ niet autonoom was,
~ niet lichamelijk was,
~ niet precedent scheppend was,
~ en altijd onder mannelijke autoriteit bleef.
Tegen deze achtergrond wordt duidelijk wat er gebeurde met de oudere vrouwelijke rollen in Europa. Zieneressen, genezeressen, rituele leidsters, hoedsters van land en plaats verdwenen niet omdat hun kennis onbruikbaar werd, maar omdat hun vorm van macht niet paste binnen de nieuwe hiërarchieën.
De kennis zakte uit het centrum naar het dagelijks leven. Naar huizen, haarden, akkers en bedden. Vrouwen bleven geboorte en sterven begeleiden, wisten hoe het lichaam reageerde op ziekte, hoe planten konden helen, hoe rouw gedragen moest worden. Zonder titel, zonder bescherming, maar met ervaring.
~En precies daar, op die lagere trede van waardering, ontstond het beeld van de heks.~
De heks was geen nieuwe figuur. Zij was de erfgename van een lange lijn van vrouwelijke kennisdragers, bekeken door de ogen van een wereld die haar niet langer kon plaatsen. Wat ooit normaal was, werd afwijkend. Wat ooit gerespecteerd werd, werd gevaarlijk.
Wanneer we de raakvlakken tussen druïde en heks werkelijk bekijken, zien we hoe dun de scheidslijn is. Beiden werken met natuur, ritme en betekenis. Beiden verbinden lichaam en ziel, mens en omgeving. In veel gevallen ging het om dezelfde personen, of om vrouwen die in een andere tijd eenvoudigweg anders genoemd zouden zijn.
~Het verschil zat niet in hun kunde, maar in hun plaats op de maatschappelijke ladder.~
Ook vandaag herkennen we dit patroon nog. Mensen voelen zich vaak comfortabeler bij titels die “hoog” klinken dan bij namen die ooit zijn neergehaald. Daaronder ligt een diepgeworteld hiërarchisch denken: de neiging om waarde te koppelen aan status, erkenning en legitimatie van bovenaf.
Maar wijsheid laat zich niet rangschikken.
Een heks was niet meer of minder dan een druïde. Soms was zij dezelfde. Soms droeg zij dezelfde kennis in een tijd waarin die kennis geen bescherming meer kreeg. Het onderscheid werd niet gemaakt door haar handelen, maar door de blik van de wereld om haar heen.
Misschien ligt daarin de kern van dit verhaal: niet de vraag welke naam hoger staat, maar het besef dat wat wij vandaag “laag” noemen, ooit dragend was. Dat vrouwelijke macht niet verdween, maar werd verplaatst, begrensd en geconditioneerd. En dat onze omgang met woorden als druïde, heks en heilige nog steeds iets verraadt over hoe wij denken over macht, legitimiteit en wie wij toestaan om te spreken.
~Niet omdat deze wijsheid werd toegestaan, maar omdat zij nodig bleef.~
En misschien zegt onze voorkeur voor de ene naam boven de andere uiteindelijk meer over ons eigen hiërarchische denken dan over de vrouwen die deze lijn al eeuwenlang blijven dragen.
Word vervolgd